Zondag 6 november, dag 1 Havana

6 november 2016 - Havana, Cuba

Als we wakker worden regent het. We krijgen een lekker ontbijt van Vivian en zitten nog een poosje op de patio om een plan te maken. Fer kan nog niet goed bewegen en staat scheef met een knik naar links. Hij beweegt een beetje als een krab, zijwaarts… Gelukkig hebben we genoeg pijnstillers mee en heeft hij ook zijn persoonlijke masseuse uit Nederland bij de hand, dus kan hij toch een beetje lopen.

We besluiten dat het plan voor de dag niet al te ambitieus kan zijn en dat we moeten kijken hoe zijn rug het houdt. Toen het wat droger werd hebben we een taxi genomen naar het centrum. Taxi’s zijn hier van die klassieke amerikaanse auto’s, die vaak met elastiekjes en ducttape aan elkaar hangen. Net als in Panama deel je de taxi met iedereen die dezelfde kant op moet, dus de hele tijd stappen er mensen in en uit. Een taxi aanhouden is ook een fluitje van een cent, je gaat gewoon langs de weg staan en steekt je hand op. Het zal niemand verbazen dat deze oude auto’s niet heel erg efficiënt omgaan met de brandstof en regelmatig zien we auto’s die in zwarte rookwolken gehuld zijn. Omdat deze oude auto’s geen airco hebben (en soms überhaupt geen ramen meer), is de lucht die je hier inademt niet echt lekker fris.

Na een ritje van ongeveer een kwartiertje worden we keurig afgezet bij Parc Central, in het hart van Havana, waar we zonder gezeur 2 CUC (=2 dollar) afrekenen.

Cuba heeft 2 valuta, de peso voor de lokale bevolking en de CUC voor de toeristen. Vreemd genoeg is deze CUC dus gekoppeld aan de dollar, een munteenheid waar men in Cuba verder niets mee te maken wil hebben. Je kunt hier geen dollars wisselen en ook geen geld opnemen met amerikaanse creditcards. Euro’s hebben ze wel heel graag trouwens. Sommige winkels of restaurants accepteren alleen peso’s en daar kun je als toerist dan niet terecht (of je moet ergens wat peso’s op de kop tikken), andere (eigenlijk de meesten) accepteren alleen CUC’s.

We drinken wat op het terras van Hotel Inglaterra en hebben meteen onze eerste kennismaking met de Cubaanse muziek, want er staat een livebandje te spelen. Al snel wordt duidelijk hoe dat hier werkt. De band speelt 3 nummertjes, waarvan één meestal het liedje “guantanamera”, en dan gaan ze met de pet rond en kun je hun CD kopen. Daarna vertrekt de band ofwel naar een ander terras, of begint weer van vooraf aan. Je ziet dus ook continu mensen met muziekinstrumenten over straat lopen, van het ene naar het andere tentje. Heel leuk om te zien. We hebben lekker rondgewandeld en geprobeerd een beetje gevoel te krijgen voor de stad. Een van de dingen die meteen opvielen is de grote mate van verval. Je kunt zien dat dit ooit een heel welvarende stad was. Prachtige coloniale huizen, grote gebouwen, zuilengalerijen, alles mooi versierd met ornamenten. Maar nu zie je elke 50 meter wel een gebouw dat op instorten staat, balkonnetjes eraf gevallen, ramen dichtgemetseld. Soms staat plaatselijk alleen de gevel nog overeind. Dit soort gebouwen zijn vaak overgroeid met planten en bij 1 pand zagen we zelfs een boom uit een afgebrokkeld balkon groeien. Er was ook een gebouw dat gedeeltelijk in de steigers stond, alsof het opgeknapt ging worden. Maar die steigers waren zo overgroeid met planten dat ze er al jaren moeten staan. Dat de wegen vol gaten zitten hadden we al gelezen, maar hetzelfde geldt voor de stoepen. Daar zitten vaak enorme gaten in en niet zelden ontbreekt gewoon een hele putdeksel, waardoor een gapend gat ontstaat. Alleen in het meest toeristische deel zijn de meeste gebouwen in redelijke tot goede straat, maar ga 1 straatje naar achter en je staat weer midden in de rotzooi. Wat ons ook nogal aangreep was een half ingestort gebouw, waar bijna alle ramen dichtgemetseld waren, maar waar toch voor een raam nog een wasje hing te drogen, met ook kinderkleding eraan. Daar moet dus nog 1 gezinnetje wonen, in een levensgevaarlijke situatie.

Een leuk pleintje was Plaza de Armas, waar een oude boekenmarkt was, met vooral boeken over de revolutie, Che Guevarra en Fidel Castro. Verder kon je er nationalistisch posters kopen en oude horloges, munten en camera’s. Grappig detail was dat de straat voor het aan dit plein gelegen Palacio de los Capitanes Generales bestraat was met “klinkertjes” van hout, zodat het geluid van de paardenhoeven wat gedempt wordt. Hier zagen we ook allemaal straathonden lopen met een bordje om, waarop stond dat ze gecastreerd of gesteriliseerd waren. Ik vermoed dat je daar ergens geld voor kon doneren.

 Vervolgens bekeken we het fort, het Castillo de la Real Fuerza, waar in het museum een enorme replica van een 16e eeuws galjoen stond, wat erg leuk was om te zien.

Toen het tijd werd om te eten kozen we willekeurig een tentje wat er wel leuk uitzag. De kaart was typisch Cubaans, met een keuze uit varkensvlees, vis of kip. Hoe het bereid zou worden wist je niet, maar wel dat alles geserveerd werd met “moros y christianos”, wat betekent witte rijst (christianos) waardoorheen bruine bonen (moros) zijn geroerd. Gelukkig kon je er los groente bij bestellen, dus zo gezegd zo gedaan. De groente hadden ze niet (“no hay”, iets dat we nog heel vaak gaan horen), maar kip en moros y christianos moest lukken. Het was een vrij smakeloos gebeuren en wat schetst mijn verbazing als ik tijdens onze koffie aan het tafeltje naast ons wel groente geserveerd zie worden. Het was er kennelijk weer. Vreemd hoor!

Op advies van Claudia, van onze casa particular, gaan we ’s avonds naar de Fabrica del Arte. Dat was superleuk. In een oude fabriekshal is een soort cultureel centrum met exposities van moderne kunst en fotografie, maar ook een concertzaal, een bioscoopje, een toneelzaal en diverse barretjes en terrassen. Claudia had ons al geadviseerd om niet te laat te gaan omdat er dan lange rijen staan, dus om half negen arriveerden we in een nog rustige “Fabrica”. Al snel liep het helemaal vol en om een uur of 12 was het er afgeladen. Er was een enkele toerist, maar het publiek bestond toch voornamelijk jonge hippe Cubanen. We voelden ons een beetje zwervers in onze korte broek en capuchontrui, tussen al die opgedirkte mensen, maar niemand gaf ons het gevoel dat dat een probleem was. Van de expositie waren we vooral onder de indruk van een foto van een donkere man met zijn hand voor zijn ogen en een ring om met een blauwe steen erin. Nadat we alles bekeken hadden, zijn we nog even bij een toneelvoorstelling gaan zitten, waar we helaas weinig van begrepen. Na nog een biertje op het terras zijn we tevreden naar huis gelopen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Annet:
    23 november 2016
    Wat een troosteloosheid in veel straatjes. Jullie hebben er weer een mooi verslag in woord en beeld van gemaakt! Liefs!