Zaterdag 12 november, paardrijden en zo...

12 november 2016 - Trinidad, Cuba

Nadat onze "avocado" Roni ons weer in een ultrakort glimmend broekje van ontbijt heeft voorzien, vertrekken we vol verwachting naar de kerk, waar José klokke 9 uur te paard verschijnt. We lopen met hem mee naar zijn huisje, waar net nog 2 paarden worden bezorgd. Mijn paard heet Rosario en is heel gemoedelijk. José rijdt op Lola en Lola is zwanger en heeft véél last van haar hormonen. Voor een paard betekent dat, dat je graag in de billen van het paard voor je wil bijten en dat vindt dat andere paard meestal niet zo leuk. Fer rijdt op Negrito en dat is een beetje een ondeugend paard. Als hij niet voorop mag, wil hij persé voorop en doet voortdurend inhaalpogingen. Later zagen we dat als hij wél voorop mag, hij het ook best vindt om achter Rosario aan te lopen. Toch zijn het lieve paarden, die in het algemeen goed luisteren naar wat wij willen. Fer heeft pas 1 keer eerder op een paard gezeten (eigenlijk heeft hij gek genoeg meer ervaring met kamelen) en dat is al een reden om rustig te willen rijden. De andere reden is dat we niet weten hoe het zal gaan met zijn rug, die echt nog niet goed is. Maar als het niet gaat, kunnen we altijd wat eerder teruggaan of gaan lopen.

We beginnen rustig en rijden het dorpje uit en komen al snel in de vallei terecht. Je bent echt meteen in de natuur, die hier erg mooi is. Het is heel erg groen en overal zie je koningspalmen (hele hoge palmbomen met een gladde stam, die je in heel Cuba ziet). Er is zelfs een verhaal dat er geen plek is op heel Cuba, waar je niet tenminste 1 koningspalm kunt zien. Dat heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ze zo hoog zijn. We rijden door suikerrietvelden en komen al snel bij een restaurantje, waar ook een suikerriet pers staat. Voor de toeristen wordt gedemonstreerd dat er sap uitkomt als je de stengels door een molen draait. Dat suikerrietsap kun je gewoon drinken en is een lekker zoet drankje. We hebben dit al vaak gezien in Azië en ook geproefd, maar ach, het is toch weer leuk. Fer moet ook een stengel uitpersen en het is zwaarder dan het eruit ziet. Natuurlijk moet er ook een glaasje genuttigd worden. We hadden eigenlijk een ruïne verwacht van een oude plantage, maar die zijn er kennelijk niet.

Nadat we ons dus gelaafd hadden aan het suikerrietsap, sprongen we weer op ons paard voor de volgende etappe. We gaan dwars door het land heen en regelmatig moet José hekken voor ons openen en sluiten. De paarden vinden het allemaal best, met uitzondering van wat onrust van Lola en onophoudelijke inhaalpogingen van Negrito. Maar Rosario en ik mogen voorop, dus dat doen we.

Dan komen we bij een soort rieten hutje in het bos, waar op een vuurtje bergkoffie wordt gezet. Dit wordt op typisch Cubaanse wijze geserveerd met een klein suikerrietstengeltje, waar je op kunt kauwen bij het drinken van je koffie en dat is dan natuurlijk zoet. Je kunt er ook gewoon rietsuiker in doen of authentieke berghoning. De sigaren slaan we over, maar we kopen wel een zakje koffie. De bonen worden gewoon in een plastic zakje gegoten en dat is het dan. Vanaf vandaag ruikt mijn bagage naar koffie J.

Dan is het tijd voor de volgende etappe en die is best spannend, want we gaan nu behoorlijk stijl omhoog, over een paadje met allemaal losliggende stenen. Als dat maar goed gaat op die hoefjes. Ik besluit dat Rosario hier vaker is geweest dan ik en dat ze waarschijnlijk het best zelf de veiligste weg kan zoeken. En dat doet ze keurig. Ze zoekt zigzaggend steeds het makkelijkste stuk van het pad. Negrito vindt dat maar niks, je kunt ook recht omhoog, met als bijkomend voordeel dat je dan kunt inhalen en voorop loopt. Maar Fer is onverbiddelijk, dus hij moet toch weer aansluiten.

Eenmaal boven hebben we prachtig uitzicht over de vallei. En je raadt het al, daarna moeten we aan de andere kant weer naar beneden, minstens net zo eng.

Dan komen we bij een riviertje, waarlangs en –in steeds meer paarden geparkeerd staan. Sommige mensen zijn hun paard ook even lekker aan het wassen.

Even later parkeren wij ook en lopen het laatste stuk naar de waterval. Het is een waterval van niks, maar onderaan is een leuk poeltje met helder water, waar je heerlijk kunt zwemmen, samen met nog 60 toeristen. Er is ook een barretje waar je cocktails kunt krijgen, maar ja, wij moeten nog rijden… Ook staat er weer een bandje, inclusief de pet die rondgaat. Onze gids is een biertje gaan drinken, dus we hebben alle tijd, maar uiteindelijk willen we toch weer door.  

Eigenlijk is het nu in een rechte lijn naar huis, maar er moet toch nog een keer gestopt worden bij de suikerrietmolen, want wie weet willen we daar wel lunchen. Dat willen we niet, dus we drinken een frisje. We zijn ook al 3,5 uur onderweg en we willen niet in “hobbeldraf” zoals Fer dat noemt, het laatste stuk afleggen. José heeft een soort zweep aan een ijzeren buisje, waarmee hij kan rammelen. Ik heb hem de zweep niet zien gebruiken, maar het rammeltje gebruikt hij nu volop en de paarden reageren hierop door sneller te gaan lopen. Dus wij zijn ze steeds aan het inhouden, maar dan rammelt hij weer en gaan ze weer in hobbeldraf. Waarna wij ze weer afremmen. Na een kwartiertje dit spel gedaan te hebben zijn we het zat en vraag ik in mijn beste Spaans of we het gewoon rustig aan kunnen doen. Dat helpt en zo lopen we toch nog ontspannen terug naar het dorp. We zijn ruim 4 uur onderweg geweest, maar met de rug van Fer is het goed gegaan gelukkig. We nemen afscheid van José en de paardjes en lopen terug naar het centrum. Al snel komen we langs een “slager”, te herkennen aan de varkenskop die aan een haak naast een verkoopluikje hangt. Het ziet er bizar uit. Dan komen we langs een klein binnenplaatsje wat een terrasje is voor locals en daar drinken we een biertje. Midden op straat staat een grote pan te pruttelen op een vuurtje. Ben benieuwd wat erin zit.

We snuiven nog wat sfeer op en zitten nog één keer op de trappen bij zonsondergang. Inmiddels weten we hoe het hier toegaat, de helft van de mensen zit er met zijn mobiel en de honden zijn weer druk met wegjagen van brommers. Er speelt weer een bandje en we zien de hele tijd mensen met muziekinstrumenten op hun rug voorbij komen. Er is genoeg te zien hier.

Dan eten we bij Trinidad Jazz Café, een tentje waar een hele goede band speelt. De ster is een meisje wat prachtig viool speelt. Moderne muziek en dit keer eens geen Guantanamera. We genieten er echt van.

Er is ook een salade-bar en omdat ik snak naar iets groens, is dat enorm welkom.  We blijven er lekker lang hangen, om te genieten van de muziek en de gezellige sfeer.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s