Thee velden en Top-Station in Munnar

9 november 2017 - Munnar, India

Donderdag 9 November

De dag begint natuurlijk met de grote vraag: onweert het buiten of is het gewoon de maag van Arie. Het laatste blijkt het geval te zijn, toch heeft het pilletje enorm geholpen en denkt ze wel op pad te kunnen vandaag. Een echte Hollandse bikkel!

Enige risicospreiding is toch nog wel op zijn plaats dus we besluiten tot een relatief rustig en relaxed programma voor de dag. We boeken een taxi om ons een dagje rond te rijden. Einddoel is het zogenaamde ‘Top-Station’ waar, vanuit het hoogste punt een prachtig uitzicht over de omgeving moet wachten.

De taxi rijdt voor, niks bijzonders zo zou u denken, maar dat ligt in India toch net even anders. De eerste attractie is dan ook, durven instappen om vervolgens de overlevingskansen in te schatten op basis van de coureurs capaciteiten.

Om te beginnen, in India rijden ze links, dit weet ik toevallig maar dat is niet iets wat je zomaar aan het begin van de rit zou kunnen afleiden. Voor de chauffeur is het allerbelangrijkste inhalen, niet het comfort van de gasten, de veiligheid of de maag van Arie. Om u een beeld te geven zal ik het één en ander proberen te schetsen. Inhalen op een tweebaansweg weg in India doet men zo: men rijdt tot op ongeveer 10 cm van de voorganger totdat de bumpers als het ware met elkaar kusjes kunnen uitwisselen. Klevend aan zijn bumper, precies tot op het punt dat je al je overzicht kwijt bent. Om nu nog iets te kunnen zien, zit er niks anders op dan naar rechts te sturen op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer. Uiteraard leidt dit vaak tot razendsnel terugsturen aangezien het toch wel algemeen bekend is dat het vrij druk is in India. Deze routine wordt een aantal keer herhaald totdat de chauffeur een bocht ziet. In de ogen van de Indiase chauffeur is de bocht het ideale inhaal moment, het liefst zelfs een blinde bocht. Max verstappen zal het er wellicht mee eens zijn, maar wij willen graag nog een dagje langer mee. Bij het bereiken van de bocht stuurt de chauffeur plotsklaps naar rechts en begint als een bezetene te toeteren, alsof zijn leven ervan af hangt en dat is waarschijnlijk ook zo. Tergend langzaam halen we de bus die voor ons reed in. Halverwege de bocht zien we de verwachte tegenligger al, een tuk-tuk. Wat gaan we doen, remmen of rijden we door? Stomme vraag natuurlijk, dooorrr rijdennnn, schreeuwt de gedachte van de chauffeur. Het claxonneren wordt tot een manisch ritme opgevoerd en onmiddellijk overgenomen door de tuk-tuk chauffeur. De bus naast ons ziet het gevaar en besluit ons te waarschuwen door, jawel, te toeteren. Gedrieën gaan we al toeterend de bocht door, het onheil tegemoet, met een gapende afgrond naast ons. Verbazingwekkend genoeg, zijn we net op tijd om naar de linkerbaan te kunnen sturen, half voorbij de bus, daarmee geven de tuk-tuk net genoeg ruimte om te passeren. De passagiers vegen het klamme zweet of aan hun broek terwijl de chauffeur alweer gas geeft op weg naar de volgende uitdaging. Gelukkig zit de mens vreemd in elkaar en zelfs doodsangst gaat naar een tijdje wennen. Het eerste theeveld komt in zicht en dat betekent voor mij foto’s maken, hetgeen ik slechts een tiental keren voor aanvang van de rit uitgelegd heb aan de chauffeur.

De theevelden zijn prachtig, meerdere tinten groen strekken zich als een golvende lappendeken voor ons uit. Tussen de struiken krioelen bontgekleurde dames gewapend met heggenschaar en mand om de verse nieuwe blaadjes van de bovenkant van de struiken te knippen. Deze dames verdienen 300 roepia per dag wat overeenkomt met 5 euro. Een bonus kan worden verdiend met extra veel theeblaadjes. De zak, die ze op hun hoofd dragen kan ongeveer 35 kilo wegen. Het is zwaar werk in de brandende zon, maar al kwebbelend, stralen de kleurrijke dames toch vrolijkheid uit. Ik maak een aantal prachtige portretten alvorens we doorgaan voor onze volgende bezienswaardigheid.

We vervolgen snel onze weg richting de top, want in de bergen wil de mist nog weleens snel komen opzetten. De omgeving is in één woord prachtig! Groen, weelderig, met kleine dorpjes en vele beekjes en watervalletjes.

Op de top aangekomen parkeren we en lopen we in blijde verwachting het laatste stukje. Op de foto’s die we van tevoren hebben gezien, staan een paar tenten aan de rand van een klif, met een prachtig uitzicht. De realiteit is een moderne uitkijktoren waar 50 roepia’s pp voor betaald moet worden. Ondanks dat we zien dat de vallei helemaal dichtgetrokken is, betalen we de toegang zoals het een echte toerist betaamt. Boven gekomen zien we hetzelfde als beneden, dichte mist, de vallei is totaal onzichtbaar. Na een kwartiertje, tegen beter weten in wachten zonder enig noemenswaardige verbetering gaan we weer naar beneden. We zijn te laat, helaas, of toch niet. De chauffeur wacht ons beneden op en biedt ons een tweede kans. We moeten een paadje aflopen naar een lager punt, maar niet alvorens nog even 100 roepia pp af te tikken. “Gaan we hier wel iets zien?” vraagt Arjenne vertwijfeld aan de ticketverkoper. “Ja, de mist is niet stabiel,” antwoord de man vriendelijk. We dalen een stijl trappetje af, slaan af naar een smal paadje, keren dan weer terug omdat het pad toch niet begaanbaar blijkt. Alle pogingen ten spijt blijft het zoals verwacht dichte mist en voelen we slechts onze hartslag spectaculair omhooggaan als we weer naar boven klimmen. Dan maar een kopje koffie.

Koffie en thee wordt in India met melk en suiker gedronken. Prima, doe ik in Nederland ook, de koffie dan. Een klein tentje zet ons twee dampende koppen voor. De truc is nu, wacht niet te lang met drinken want de melk heeft de eigenschap om vliesjes te vormen. Na enkele onaangename ervaringen hiermee, weten we dat de vliesjes met een lepeltje verwijderd dienen te worden. Heb je geen lepel, draai dan het kopje in je hand na elke slok, om zodoende het vliesje te vermijden. Nuttige informatie die in geen enkele reisgids terug te vinden is.

Op de terugweg komen we nog langs een boom met ongeveer 12 bijenkorven erin. Een paar zijn net nieuw en nog in opbouw, zodat je de honingraat nog gewoon ziet zitten. Daarna volgt een meertje met een prachtig echo. Het tegenoverliggende bos weerkaatst het geluid bijzonder goed. We slaan de locals een tijdje gade, die de meest grappige geluiden produceren en luid lachend wachten op de weerkaatsing.

Eenmaal terug in ons hotel nemen we plaats op het tuin plateautje, klaar voor een wel verdiend biertje. “Ik bestel wel,” roep ik met een grijns. Ik loop naar de keuken en vraag of ik iets mag bestellen.

“Of course Sir, what do you want?”

“Two special tea please,” zeg ik met een ondeugende lach, ze hebben immers geen bier licensie en we hebben gisteren geleerd dat ze bier hier special tea noemen.

“Two special tea Sir, have a seat in the garden and we will bring it to you.”

Terug aangekomen op het plateau, zeg ik met enige valse bescheidenheid tegen Arie: “geregeld, two special tea’s coming up.” “Ahh lekker, daar heb ik nou echt zin in, een koud biertje,” becommentarieert Arie.

Na een minuut of vijf merkt Arie op dat het toch wel een beetje lang duurt. “Wel nee, komt vast goed,” zeg ik overtuigend. Na tien minuten wachten begint de twijfel toch toe te slaan. “Ze zouden toch niet echt thee hebben gemaakt?” Ik had het nog niet gezegd of daar kwamen twee dampende koppen kardemom thee aan.

“Two special tea’s for you Sir.”

Bier na thee maakt gedwee en zo dronken we toch nog een biertje na ons door de thee heen geworsteld te hebben.

Voor nu, slaap lekker en morgen gezond weer op.

Foto’s

3 Reacties

  1. Mary:
    19 november 2017
    Ziek zijn in een “luxe hotel “ stel je je toch een beetje anders voor! Hopelijk is alles weer in orde. Liefs, Mary
  2. Carlijn:
    20 november 2017
    Die taxi rit? OMG....
    Wel vermakelijk om te lezen, dat dan weer wel. ;-)
  3. Annet:
    21 november 2017
    zie elders.....