Walvishaai in Oslob, Tumalog waterval, Moalboal

28 september 2015 - Oslob, Filipijnen

Een scherp en vooral onaangenaam geluid klinkt ergens in de verte. Langzaam keert mijn bewustzijn terug vanuit een diepe slaap. Het meer dan iritante geluid wordt sterker en klinkt dit keer ook veel dichterbij. Dan dringt het weer tot me door. De wekker is vandaag voor de derde opeenvolgende dag om 5 uur afgegaan.
De slaap uit onze ogen wrijvend gaan we opzoek naar een kop koffie. We worden tegemoet getreden door de eeuwig vrolijke Filippino's. De koffie of eigenlijk het warme water met oploskoffie staat klaar.
Vandaag staat een enigszins hectische dag op het programma. We gaan eerst snorkelen met de whale sharks, dan snel een watervalletje bekijken en als de wiedeweerga terug naar het hotel om in te pakken. Om 12 uur worden we eruit gegooid en moeten we de bus naar Moalboal pakken. Zorgen voor later, eerst ontbijt. Buiten regent het wederom licht. We hebben nog steeds last van de typhoon die een buureiland lastig valt. Wolken en regen is ons deel. De stemming is echter vol verwachting als we ons zonnig eitje met bacon opsmullen. De whale shark of walvishaai is de grootste vis die in onze zeeen rondzwemt. Met zijn postuur doet ze denken aan een walvis, maximaal 14 meter en 30 ton wegend is ze dan ook geen kleintje. In tegenstelling tot haar soortgenoten doet deze haai geen vlieg kwaad. Met een vaartje van 5 km per uur trekt ze de wereldzeeen over. Water onder de 22 graden laat ze links liggen, de overige wateren worden getrakteerd op haar formidabele bek die de zee van plankton en kleine visjes zuivert. Ontelbare liters water worden door deze oeroude stofzuiger gefilterd. Bijzonder dat zo'n grote vis zich voedt met zo'n miniem organisme als plankton.

In alle vroegte vertrekken we richting Oslob alwaar we de boot naar de haai pakken. Enigszins omstreden is deze plek wel. Normaal gesproken migreren deze vissen en moet je dus precies op het juiste moment ter plekke zijn om een kans te hebben ze te zien. Hier worden ze echter gevoerd en zijn ze gestopt met migreren. Niet helemaal juist dus maar we zijn hier op het verkeerde moment voor de natuurlijke trek dus we doen het toch maar even zo. Aangekomen bij de ticketoffice zien we dat we niet de enige zijn. Vooral veel nerveus giechelende Filippijnen zijn ook ter plaatse. Na betaling worden we op een bankje gezet in afwachting op onze afroep. Een katje van 8 weken heeft zich onder ons tafeltje verborgen. Bij gebrek aan een moeder heeft de kleine vriend Arjenne tot haar nieuwe moeder gebombardeerd. Luid spinnend en knagend op Aries vingers drukt ze zich stevig tegen Arjenne aan. Dan worden we afgeroepen en moeten we de kleine vriend en zijn roep om melk achterlaten.

In gestrekte mars gaan we met een mannetje of 8 naar de boten aanlegplaats. Het is er een drukte van belang. De bootjes vormen aan twee kanten een maanvormige rij zo'n 50 meter uit de kust. Iedereen krijgt 30 minuten de tijd om de gigantische goedzakken te bekijken. Peddelend nemen we achteraan in de rij plaats. De eerste uitroepen van opwindig klinken al. Een enorme rugvin breekt het wateroppervlak slechts enkele meters bij ons vandaan. Ongeduldig vraag ik onze gids of we er al in mogen, knikkend bromt de gids "boot 26". Bij de eerste knik vallen we al richting het water met ons masker en snorkel aan. Het gemompelde "boot 26" bereikt ons nog net voordat we ons onderdompelen in de wereld van dit magistrale dier. Het is in 1 woord fantastisch! Zowel grotere als kleinere walvishaaien zwemmen ons voorbij. Zo nietig zijn we in vergelijking met deze prehistorische kolossen. De bek van wel 1 meter doorsnee openend gutst het water vol plankton naar binnen. De onderwatercamera en go-pro draaien overuren. Meerdere malen worden we gemaand dichter bij de boten te blijven. In de briefing hadden we de opdracht gekregen 4 meter afstand te houden, maar dat had de haai niet helemaal begrepen. In 40 cm zat ook een 4 dus we vonden het wel best. Nu kunnen wij beide zwemmen wat zeker niet gold voor de meeste aanwezige toeristen. Hun gezichten vertrokken in een brede grijns van extase, hangend in hun te grote zwemvesten zijn ze niet in staat te manouvreren. Regelmatig grijpen de gidsen in en hijsen ze een Filippino met vest en al weeer terug in de boot. De 30 minuten vliegen voorbij en er was toch nog iets met nummer 26? Boven water kijkend zie ik onze boot nergens meer, na enige tijd zoeken besluiten we na 40 minuten sinds vertrek zelf maar terug naar land te zwemmen. Daar aangekomen is er nog steeds geen boot met nummer 26 te zien. Wij waren kwijt en zij waren kwijt, als dat maar niet tot paniek leidt. Gelukkig komt daar de boot al aan, ze hadden ons ook gezocht en niet gevonden. Eind goed al goed. Snel even douchen en door naar de waterval.

Druipend en met een grote glimlach op onze gezichten nemen we plaats op een handdoekje in de SUV. Snel rijden we de heuvels in, na een tijdje komen we op de plaats van bestemming aan. In de verte zien we de Tumalog waterval al. Vanaf grote hoogte stort ze zich vanuit het groene oerwoud de diepte in. Vanaf de parkeerplaats is het nog slechts 400 meter lopen, maar we kunnen ook een brommer nemen, vertelt de gids. Nee, we lopen wel, een beetje beweging kan geen kwaad. Hij had er echt vergeten bij te vertellen dat de weg vrijwel loodrecht omlaag liep. Voorzichtig omlaagschuifelend op onze profielloze slippers komen we bij de waterval aan. We verwachten er niet veel van, maar we dachten, waarom ook niet. We zouden er moeten kunnen zwemmen en dat is altijd leuk. De waterval overtreft onze verwachting ruimschoots. Van een meter of 80 stort ze zich in tientallen stroompjes omlaag. De wand waarlangs ze valt is grillig waardoor tientallen watervalletjes onstaan. Mos nestelt zich op de plekken die afgeschermd zijn van het directe water. Zo heeft de waterval een groen karakter. Onderaan heeft zich een vrij grote poel zeer fris water gevormd. Ook hier barst het van de giechelende Fillipino's. De selfies flitsen voorbij. Ik word door iets te vrouwelijke mannen gevraagd een foto te maken voor America's next topmodel. Daarna mag de fotograaf ook nog even op de foto. Mijn hand vasthoudend vraagt de boef of ik alleen ben en of ik een vriendin heb. Snel naar Arjenne wijzend vind ik razendsnel een betere plek om te fotograferen. Mijzelf excuserend maak ik me uit te voeten. Na een frisse duik en een waterval douche beginnen we aan de klim terug naar de parkeerplaats.

Terug in het hotel pakken we snel in, een tweede ontbijt slaan we af, maar een kop koffie doen we nog. Dan worden we naar de weg begleid, waar we de bus moeten pakken. Niks bushalte, gewoon tegenover het resort. Hand opsteken en de bus stopt. Een uur rijden en dan overstappen op de bus naar Moalboal, een kustplaatsje waar je vooral goed kan duiken. Op de overstapplaats zien we een haan onder een paraplu. Wie heeft zoiets ooit eerder gezien. De haan zit op stok met boven zich een rode paraplu, dat is toch wel heel bijzonder. Enkele mede touristen pakken de telefoon erbij en leggen dit bijzondere plaatje vol verwondering vast. De bus vertrekt, the fast and the furious is op de tv. Na nog eens 2 uur rijden en een film verder arriveren we in Moalboal. We hebben gekozen voor een resort iets buiten het plaatsje, gelegen aan het zogenaamde white beach. Per tricycle, over een gigantisch zand, modder en steen hobbelpad dat de brommer doet piepen en kraken in al haar voegen, bereiken we het resort. De baas van het resort is verborgen achter een piepklein toonbankje. Wit, smoezelig hemd, dikke buik en leger broek aan, kijkt de van oorsprong Zwitser ons vragend aan. We zoeken een kamer, leggen we het overduidelijke uit. Het gezicht vertrekt, zelfs meerdere malen maar dat was een tik. Hadden we geboekt vraagt hij en we antwoorden nee. Nog meer zenuwtrekken sluipen door het gezicht. Dan komt het verlossende woord, er is nog een kamer vrij. Oeffff gelukt, later bleek dat we de enige gasten waren.

Foto’s